donderdag 3 oktober 2019

De Laatste Column

Ik begrijp dat dit dus uw laatste column is in Het Parool? 

Dat klopt.

Waarom gaat u ermee stoppen? Het was toch een overweldigend succes? Lezers waren razend enthousiast, de oplage van Het Parool is naar een recordhoogte gestegen.

  
Soms is het goed op je hoogtepunt te stoppen. Nu waren mijn columns natuurlijk een aaneenschakeling van hoogtepunten, maar hoeveel hoogtepunten kan een mens in zijn leven hebben?

Geen idee.

Nee, precies. Je komt op een punt dat alles verteld is. Alle wantoestanden binnen de Nederlandse filmwereld zijn belicht geweest. Reputaties ten gronde gericht - meestal terecht. Suggesties voor veranderingen zijn met gejuich ontvangen. Ik heb ogen geopend. Het hele filmbeleid is op de schop gegaan. We kunnen allemaal weer met een positieve verwachting naar de toekomst kijken.
Als je me een jaar geleden had verteld dat ik dat allemaal met het simpele schrijven van een column voor elkaar zou krijgen, dan zou ik je niet geloofd hebben.

Maar is dat echt zo? Hebben we nu echt een beter filmklimaat?

Welnee. Ik maak een grapje. Er is weinig veranderd. En wat dat betreft ben ik ook somber voor de toekomst. De Nederlandse film zit nog steeds in een diep dal en het filmbeleid is een tanker die al heel lang de verkeerde kant op vaart en die helaas maar langzaam van koers kan veranderen. Ik denk dat het in het gunstigste geval zeker nog vijf jaar zal duren voordat we iets van een positieve verandering merken.
Succesvolle makers mogen via het Filmfonds nog steeds niet meedelen in het succes van hun films en het ziet er niet naar uit dat dit op korte termijn gaat veranderen.
Dat krijg je als de overheid film niet serieus neemt. Maar geef ze eens ongelijk, als ook filmmakers zelf het maken van films als een uit de hand gelopen hobby zien. Met zo’n instelling krijg je natuurlijk nooit een professionele filmindustrie. Elk land krijgt het filmbeleid dat het verdient.

U klinkt behoorlijk pessimistisch.

Welnee, ik maak weer een grapje. Filmmaken is het leukste vak in de wereld. Als we als makers met zijn allen de schouders eronder zetten en - belangrijk - solidair met elkaar zijn, dan zal het me niks verbazen als er in de toekomst nog originele, verrassende, succesvolle Nederlandse films het licht gaan zien.
Maar dat hangt natuurlijk ook een beetje af van degene die me opvolgt als columnist. Want daar ligt toch wel de sleutel naar het toekomstige succes.

Nu maakt u zeker weer een grapje?

Haha, wat denk je zelf?




= = = = =
 
deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 2 oktober 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html








donderdag 19 september 2019

INT. AMBTSWONING - DAG

Regisseur: “Sorry mevrouw de burgemeester, maar niet in de loop kijken. Dat is gevaarlijk.”
Burgemeester: “Maar het is toch een neppistool?”
Regisseur: “Een onklaar gemaakt echt pistool. Moet je nooit honderd procent vertrouwen. Daar wil het weleens mis mee gaan. Ik heb dingen meegemaakt…”
Echtgenoot (kijkt verbaasd op van zijn script): “Dat pistool. Waar heb je dat gevonden? Ik dacht dat ik het goed verstopt had.”
Burgemeester: “Lag in de ijskast.”
Echtgenoot: “Wat deed je in de ijskast?”
Regisseur: “Sorry, maar kunnen we doorgaan? We mogen nog een uurtje in deze ambtswoning draaien, anders moeten we het dubbele tarief betalen.”
Burgemeester: “Met wie heb je zo’n slechte afspraak gemaakt?”
Regisseur: “Met uw man.”
Burgemeester: “Mijn man?”
Regisseur: “Uw echtgenoot.”
Burgemeester: “Oh ja.”
Echtgenoot: “Wat is eigenlijk mijn rol? In deze film bedoel ik.”
Regisseur: “U bent de echtgenoot van de burgemeester. U houdt van haar.”
Echtgenoot: “Van de burgemeester?”
Regisseur: “Ja, uw vrouw.”
Echtgenoot: “Oh ja, duidelijk.”
Regisseur (leest in script): “Laten we beginnen met de eerste scène: mevrouw de burgemeester komt verschrikt binnen en zegt tegen haar echtgenoot…”
Burgemeester: “Tja, die tekst. Moet ik dat echt zo zeggen. Inbraak klinkt zo naar…”
Regisseur: “Zeg dan maar dat ze aan het klieren waren. En maak van dat vuurwapen maar ‘nepwapen’.”
Burgemeester: “Dan schrap ik ook meteen die ‘doofpot’. Vind ik ook zo’n naar woord.”
Regisseur (verzuchtend): “Ook goed. U loopt dus naar uw man.”
Burgemeester: “Mijn man?”
Regisseur: “Uw echtgenoot.”
Burgemeester: “Oh ja.”
Echtgenoot: “Maar ik ben er toch helemaal niet? Ik zit toch nog in Siberië? Ik kom pas over drie weken naar huis.”
Burgemeester: “Ja, hij wou gewoon zijn eigen ding doen in Siberië.”
Regisseur: “Tja, dat is nou eenmaal film. We moeten het een beetje indikken, anders wordt het ongeloofwaardig. Heeft met dramatische structuur te maken. Niemand die gelooft dat je niet onmiddellijk naar huis zou komen om je vrouw te steunen.”
Echtgenoot: “Mijn vrouw?”
Regisseur: “De burgemeester.”
Echtgenoot: “Oh ja, natuurlijk.”
Burgemeester: “Even tussendoor. Moeten we die scene met die domme puber vandaag ook nog opnemen?”
Regisseur: “Domme puber?”
Burgemeester: “Mijn zoon.”
Regisseur: “Als het even kan wel.”
Echtgenoot: “Zit die gast niet nog in de gevangenis?”
Burgemeester: “Ik heb zo nog een raadsvergadering.”
Echtgenoot: “Ik heb zo nog een interview.”
Burgemeester: “Een interview? Waarover?”
Echtgenoot: “Over ons. Wat er gebeurd is.”
Burgemeester: “Zou je dat wel doen? Het gaat hier tenslotte om een privékwestie.”
Echtgenoot: “Het wordt tijd dat iemand eens duidelijk uitlegt hoe de vork echt in de steel zit.”
Burgemeester: “Maar, hoe zit die vork dan in de steel? Dat zou ik nou ook weleens willen weten.”
Productieassistent (komt hijgend binnen): “Van wie is die auto op die invalidenplek?”
Regisseur: “Oei…”

  = = = = =
deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 18 september 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html





donderdag 5 september 2019

Er moet nodig wat veranderen

Harry: "Marinus, Harry hier. Heb je even tijd?"
Marinus: "Ik sta op de set. Twaalf minuten per dag, valt niet mee. Filmen op het water met boten is een dingetje. De halve crew is zeeziek."
Harry: "Tja, tegenwoordig is het nou eenmaal zo bij tv-series. Budgetkwestie. Gaat jou lukken. Wordt mooi! Even een vraagje."
Marinus: "Zeg het maar."
Harry: "Ik zit volgende week in Den Haag bij het ministerie. Het nieuwe filmbeleid komt eraan en ik heb wat input nodig."
Marinus: "Eindelijk. Werd tijd. Er moet nodig wat veranderen!"
Harry: "Precies. Vinden we allemaal. Roep eens wat."
Marinus: "Dat er meer naar makers geluisterd wordt bijvoorbeeld."
Harry: "Doe ik toch al. Daarom bel ik je juist."
Marinus: "Dat het percentage staatssteun omhoog gaat. Van 50 naar 60 procent. Kunnen we eindelijk eens met normale budgetten werken!"
Harry: "Helemaal mee eens, maar dat krijg ik er nooit door. De minister ziet me al aankomen. Doe even een serieuze suggestie."
Marinus: "Dat het weer lucratief wordt om in film te investeren. Misschien via een belastingmaatregel."
Harry: "Is een goeie, maar zie ik niet snel gebeuren."
Marinus: "Minder inhoudelijke bemoeienis. En niet gaan voorschrijven wat voor films je moet maken."
Harry: "Nou, soms is een beetje begeleiding wel nodig."
Marinus: "Dat de regeldruk minder wordt. Weet je hoeveel papierwerk ik voor het Filmfonds moest inleveren?"
Harry: "Piratenfilms in Nederland liggen nou eenmaal moeilijk. En ze zijn best coulant met je omgesprongen, want die laatste zin in de aanvraag - ‘Rot op met je kutregels’ - mocht je toch weer onder leiding van een coach herschrijven."
Marinus: "En minder prijsvragen. Dat je allemaal voorstellen voor films moet inleveren, daar niks voor betaald krijgt, en dan maar moet afwachten of je uitgekozen wordt."
Harry: "Dat zeg je alleen maar omdat je nooit gewonnen hebt. Kom nou eens met een redelijk voorstel."
Marinus: "Dat ik misschien ook eens kan mee profiteren van het succes van mijn film."
Harry: "Doe je toch? Daarom mag je nu De verliefde Piraat 3 van me maken."
Marinus: "Dat bedoel ik nou. Ik wil niet van jou afhankelijk zijn. Misschien wil ik ook weleens werken voor een andere producent."
Harry: "Ja, ik weet niet waar je naartoe wil, Marinus, maar ik hou me gewoon aan de beleidsregels."
Marinus: "Maar die moeten nu juist eens veranderen. Daarvoor ga je toch naar Den Haag? Producenten, regisseurs en scenarioschrijvers zijn gelijkwaardige partners. En zo moeten ze ook behandeld worden."
Harry: "Ok. Klinkt niet onzinnig. Laten we dit afspreken: ik neem al je opmerkingen mee in het overleg. En dan kan het heel snel gaan, geloof me."
Marinus: "O ja? Hoe snel?
Harry: "Heel snel."

Telefoongesprek opgetekend op 31 maart 2006
De namen in bovenstaand artikel zijn gefingeerd. De echte namen zijn bij de redactie bekend.

= = = =


 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 4 september 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 22 augustus 2019

Bloedbad

In Amerika is de release van de film The Hunt uitgesteld vanwege de schietpartijen onlangs in El Paso, Texas, en Dayton, Ohio, waarbij 31 mensen omkwamen.
In The Hunt jaagt een groep superrijken op een groot landgoed op twaalf onschuldige slachtoffers. Reden genoeg voor distributeur Universal om het publiek niet met dit filmische bloedbad te confronteren. De release die oorspronkelijk in september gepland stond, is voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Nou vraag ik me af of zo’n reactie terecht is. Lijkt me meer een gebaar voor de bühne. Even laten zien dat er toch wel een greintje moreel besef is in Hollywood.
Boze tongen beweren dat de eerste reacties op de film niet bepaald goed waren en dat er nu een mooie aanleiding was om de film niet uit te brengen. Scheelt flink in de marketingkosten en stimuleert straks de dvd-verkoop weer.
  En dan was daar ook nog Trump, die de schuld van de recente moordpartijen niet in de schoenen schoof van de wapenlobby, maar in die van Hollywood.
Wapens in films verbieden is een opvatting die al jaren de ronde doet in Hollywood. En ook het roken van sigaretten in films ligt onder vuur. Netflix heeft al aangekondigd dat niet meer mag worden gerookt in door hen geproduceerde films die goedgekeurd zijn voor kijkers onder de 14 jaar.
Ik ben bang dat we niet veel kettingrokende uzi-zwaaiers zullen gaan zien, als het zo doorgaat. In films bedoel ik. In het echt natuurlijk gelukkig nog wel. Oké, ik draaf door. ‘Thoughts and prayers’ en dan weer ‘business as usual’.
Blijft altijd lastig timen, de uitbreng van een film. Je maakt een film over een ontploffing in het Witte Huis, en potverdorie, een week voor de release blaast iemand het Witte Huis op, met president en al. Hoewel, misschien dat in dit geval de film juichend wordt ontvangen en er meteen een sequel en miniseries worden aangekondigd.
Het terugtrekken van films is vooral vervelend voor de makers. Ik spreek helaas uit eigen ervaring. Drie dagen nadat mijn film Down in de bioscoop te zien was, vlogen er twee vliegtuigen de Twin Towers in en hadden weinig mensen nog zin in een film waarin de National Guard  in een wolkenkrabber een strijd uitvecht tegen vermeende terroristen aangestuurd door Bin Laden. Dat was net zo begrijpelijk als vervelend.
Op 28 augustus komt Prooi uit in de bioscoop in Cambodja. Tenzij er net een leeuw ontsnapt die zich aan de inwoners van Phnom Penh tegoed doet. Maar een beetje marketingafdeling weet zo’n nadeel natuurlijk meteen in een voordeel om te buigen. Want om nu films met moordende leeuwen te gaan verbieden, gaat toch wat ver.
Maar wacht even, ik bedenk me opeens: in Japan is Prooi uitgebracht onder de titel Hunt. Het zal toch niet…


Prooi in Japan
Prooi in Cambodja

     
= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 21 Augustus 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html



donderdag 8 augustus 2019

Voor al uw vragen (2)

Lieve Dick,
Ik heb een heel zwaar leven gehad. Veel ellende gezien. Ook veel ellende veroorzaakt, daar ben ik eerlijk in. Ik lijd nu aan een terminale vorm van leverkanker.
Ook loop ik al jaren rond met zelfmoordplannen. Vrienden zeggen dat mijn leven net een film is. Zou u daar in geïnteresseerd zijn?
- Handdoekje in de Ring

Lief Handdoekje in de Ring,
Als ik het goed begrijp ben je nu nog steeds in leven. Ook is onduidelijk welke kant het opgaat met die zelfmoordplannen. Laat me weten zodra daar enig zicht op is. Er worden in Nederland al te veel films gemaakt met een open einde.

Lieve Dick,
Toen ik zes jaar oud was heb ik uw film De Lift gezien. Sindsdien durf ik niet meer in een lift. Onlangs was ik in New York voor een korte vakantie en heb ik twee dagen moeten uittrekken om die 1576 treden van het Empire State Building te beklimmen. Mijn huidige vriend zegt dat dat uw schuld is en dat ik u zou moeten aanklagen en een schadevergoeding zou moeten eisen.
- Boos Traplopertje

Nou, nou, Boos Traplopertje,
Gaat dat niet wat ver? Ik ken heel wat mensen die prima met hun fobie zijn omgegaan. Zo ken ik een aantal families die vanwege Amsterdamned vanuit de grachtengordel naar een boerderijtje in Noord-Groningen zijn verhuisd. En als je per se iets hoogs wil beklimmen, had je beter naar de 830 meter hoge Burj Khalifa-wolkenkrabber in Dubai kunnen gaan. Dan had je na twee dagen klimmen een nog veel beter uitzicht gehad.

Lieve Dick,
Mijn vriendin heeft Moordwijven gezien en nu wil ze ook borstimplantaten en haar lippen laten opspuiten. Ik heb gezegd dat ik haar mooi vind zoals ze is. Vindt u dat ook niet raar?
- Bezorgde Adonis

Beste Bezorgde Adonis,
Een beetje raar is dat wel. De meeste mannen houden wel degelijk van volle borsten en lippen. Maar om me hier goed een mening over te kunnen vormen, zou je me wat foto’s van je vriendin moeten toesturen. Bij voorkeur in natura.

Lieve Dick,
Wij zijn enorm grote fans. Zou u ons een foto met handtekening kunnen toesturen? En misschien ook een kledingstuk dat u droeg op 11 februari jongstleden. En met wat wangslijm zou u ons helemaal blij maken.
- Politieteam Amstelland-Zuid

Lief Politieteam Amstelland-Zuid,
Fijn dat ik jullie tot mijn fans kan rekenen. Uit de laatste opmerking begrijp ik dat de moord op die Filmfondsmedewerker nog steeds niet is opgelost. Helaas kan ik jullie niet verder helpen.


= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 7 Augustus 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 25 juli 2019

Bron van vermaak

Jeetje, wat gebeurt er soms veel in filmland. Waar moet ik beginnen?
Moeten we het hebben over de nieuwe directeur van het Nederlands Filmfonds? Weer iemand die uit de filmfestivalcultuur komt. Is dat verstandig?
Had het niet iemand moeten zijn die de laatste jaren met zijn voeten in de filmmodder heeft gestaan? Die begrijpt hoe lastig het is om voor te weinig geld in Nederland tegen beter weten in films van de grond te krijgen. En hoe vervelend het is bedolven te worden onder een toenemende regeldruk?
Aan de andere kant is dit dan gelukkig weer iemand die weet wat kwaliteit is. Dat is dan weer prettig, want wie wil er nou geen goede films maken? Ik wel!
Over kwaliteit gesproken: waar is de Telefilm gebleven? Twintig jaar geleden opgericht met het doel zes films per jaar te maken. Stilletjes via de achterdeur afgevoerd. Ik heb geen filmmaker zich erover horen opwinden. Bezuinigingen? Gebrek aan animo? Gewoon vergeten? Scheelt in ieder geval weer geld.
Over geld gesproken: wat gebeurt er nu met het budget van het CoBo-fonds? Het fonds dat zijn inkomsten krijgt uit doorgifte van uitzendingen in het buitenland en dat voor een groot deel de Telefilms financierde. Ik hoorde dat ze dertig miljoen in kas hebben. En binnenkort nog meer want het schijnt dat ook daar de regeldrift heeft toegeslagen en de eerste dagvaardingen zijn al rondgestuurd. Producenten moeten opeens bonnetjes van jaren geleden verantwoorden onder dreiging van beslaglegging op hun twintig meter lange jacht in de haven van Cannes, of hun derde huis in de Algarve.
Filmmakers pikken deze betutteling niet meer. De messen worden geslepen en de gele hesjes worden uit de mottenballen gehaald.
En zonder die Telefilms krijgen ook acteurs minder werk. En die hadden het al zo moeilijk. Na de regisseurs, scenarioschrijvers en cameramensen beklaagden ook zij zich onlangs over het huidige filmklimaat. Slecht betaald of verwacht voor een boekenbon een rol te komen vervullen; een speelbal van de producent dankzij slechte afspraken of productioneel wanbeleid - het waren weer de bekende verhalen. Helaas.
En de dreiging dat homoseksuele, blinde en gehandicapte personages alleen nog maar gespeeld mogen worden door acteurs met dezelfde beperkingen, is natuurlijk ook geen prettig vooruitzicht.
En dan zijn ook alle aanklachten tegen Kevin Spacey vervallen en hoe de rechtszaak tegen Harvey Weinstein gaat uitpakken weten we pas in september.
En zou het nog tot een vervolging komen van Job Gosschalk? Of is iedereen daar misschien ook een beetje te hard van stapel gelopen? Zijn er mensen onterecht aan de schandpaal genageld en is er een bedrijf onnodig om zeep geholpen?
Ach, zo zie je maar weer. Film is één grote bron van vermaak. Daarvoor hoef je niet eens de bioscoop in.

= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 24 Juli 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html


donderdag 11 juli 2019

Uitverkoren

Het valt niet mee. Ben je een van de uitverkorenen die mag stemmen welke Nederlandse films er dit jaar met een Gouden Kalf bekroond worden, moet je natuurlijk wel al die films zien en belangrijker nog: er een mening over hebben.
Dit jaar dingen er 32 films mee. Nou ja, Nederlands… Het is me niet helemaal duidelijk wat het criterium is voor wat een Nederlandse film is. Allerlei talen komen langs: behalve Nederlands veel Engels, maar ook Pools, Italiaans, Spaans, Arabisch, Bosnisch, Frans. En veel Belgische accenten vanwege Belgische acteurs. Dat laatste komt natuurlijk omdat er veel geld in België moet worden uitgegeven om het budget rond te krijgen. En dat komt weer omdat de Belgische Tax Shelter niet onder staatssteun wordt gerekend en de Nederlandse Tax Incentive wel. Maar goed, dit wordt misschien te ingewikkeld voor de argeloze Nederlandse filmliefhebber.
Dat een groot deel van het filmaanbod kinderfilms of romcoms zijn, is niet verrassend. Al jaren ligt de passie en expertise van Nederlandse filmmakers bij die genres.
Ik had drie jaar geleden al voorspeld dat Prooi de laatste Nederlandse popcornmovie zou zijn - en dan bedoel ik een film in het thriller- actie- of horrorgenre. Helaas kunnen we inmiddels vaststellen dat die voorspelling is uitgekomen. Van de 32 films zou je er met enige goede wil twee in die categorie kunnen plaatsen. Beiden waren gebaseerd op een boek.
Want hoeveel oorspronkelijke films worden er eigenlijk gemaakt? Films die niet op een boek gebaseerd zijn, of op televisie- of webserie of op een eerdere film - een film dus waar een origineel script aan ten grondslag ligt. Van de 32 films telde ik er 16. De helft. Dat vond ik eigenlijk nog verheugend veel.
Gelukkig heb ik niet alle 32 films hoeven zien, maar heeft de DAFF, de Dutch Academy For Film, de organisatie die de verkiezing organiseert, mij slechts vijftien willekeurig gekozen films toegewezen.
Ik ga er tenminste vanuit dat ze willekeurig gekozen zijn, want het lijkt me niet dat een Googlebot op basis van een algoritme mijn kijkgedrag heeft geanalyseerd en het passend vond mij een groot aantal animatie- en kinderfilms te laten beoordelen.
Ik zou graag liegen dat ik ze allemaal van het begin tot het eind heb uitgekeken en zo het respect heb betoond dat mijn collega’s verdienen, maar ik moet eerlijk zijn. De meeste films heb ik gestopt na 15 of in een gunstig geval 20 minuten. Niet netjes. Ik weet het.
Ook waren er een paar films die ik al na 5 minuten niet meer kon aanzien. Welke dat waren, zeg ik natuurlijk niet, maar dat weten we straks bij de uitreiking van de Gouden Kalveren in september. Die gaan er dan vandoor met de belangrijkste prijzen.
Zo ging het tenminste vroeger, en zo zal het altijd gaan.
Kwestie van smaak, zullen we maar zeggen.


= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 10 Juli 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html


donderdag 27 juni 2019

Youbook

Harry: “Hallo Gregor, met Harry. Mag ik even wat tegen je aanhouden?”
Gregor: “Zeg het maar, Harry.”
Harry: “Jij hebt toch die website voor Blendellende ontwikkeld?”
Gregor: “Klopt. Ooit gedaan. Maar is een aflopende zaak. Heb je wat voor mij?”
Harry: “Wellicht. Ik heb een grandioos idee: een website waar iedereen boeken kan uploaden. En die kunnen anderen dan gratis lezen.”
Gregor: “Boeken? Lijkt me lastig om al die rechten te regelen.”
Harry: “Dat is nou juist het mooie; we regelen die rechten niet! Wij zijn slechts een doorgeefluik. Een neutraal platform zogezegd.”
Gregor: “Dus iedereen kan boeken op de site zetten die anderen gratis kunnen lezen. Wat is je verdienmodel?”
Harry: “We zetten er om de paar pagina’s wat advertenties tussen en te zijner tijd kunnen gebruikers een abonnement nemen. We noemen het Youbook.”
Gregor: “Youbook? Klinkt lekker.”
Harry: “Voor en door lezers. Iedereen kan zijn favoriete boek uploaden, dat is tegenwoordig een fluitje van een cent met al die ebooks. Om te beginnen zet ik er de hele Nederlandse Boeken Top Honderd op.”
Gregor: “Lijkt me toch niet helemaal legaal. Wat als die schrijvers protesteren?”
Harry: “Dat heb ik juridisch dichtgetimmerd. Om te beginnen moeten ze maar eens bewijzen dat het hun boek is. Ze moeten alle contracten met hun uitgever overleggen.”
Gregor: “Dat kunnen de meesten wel, lijkt me.”
Harry: “Dat is niet alles. We eisen een in het bijzijn van een notaris afgenomen dna-sample en een erkende grafoloog die bevestigt dat het handschrift van de schrijver afkomstig is. En dan het lastigste: de schrijvers moeten onder ede de volledige namen van alle in het boek voorkomende personages zonder stotteren oplepelen. De meeste schrijvers weten niet eens hoe hun hoofdpersoon heet, dus daarmee zal meer dan de helft gaan afvallen, denk ik zo.”
Gregor: “Best omslachtig.”
Harry: “Je moet grondig zijn om fouten te voorkomen.”
Gregor: “Zo’n procedure neemt maanden in beslag. En intussen uploaden andere gebruikers hetzelfde boek.”
Harry: “Tja, dat zou helaas heel goed mogelijk zijn. Maar het gaat hier om een stukje respect naar de schrijvers toe. Je wil toch niet niet dat iemand anders er met hun intellectueel eigendom vandoor gaat?”
Gregor: “Nee, auteursrecht is een groot goed.”
Harry: “Exact! En wat is er mooier dan dat lezers de boeken van hun lievelingsschrijvers met elkaar kunnen delen?”
Gregor: “Ik moet toegeven, je hebt me enthousiast gemaakt. Count me in.”
Harry: “En als dit werkt, heb ik er nog een.”
Gregor: “Vertel.”
Harry: “Zelfde principe. Alleen met films.”
Gregor: “Films?”
Harry: “Ik ben alleen nog niet uit de naam. Maar het moet wel iets met ‘You’ zijn. Dat heeft toch iets respectvols.”

= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 26 Juni 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html










donderdag 13 juni 2019

Hobby

Robbie: “Met Robbie.”
Klaas: “Hallo Robbie, met Klaas Huppel van de Filmkrant. Ik ben een stukje aan het schrijven over de benoeming van de nieuwe directeur van het Filmfonds en nu komt jouw naam steeds naar boven als een van de gegadigden. Klopt dat?”
Robbie: “Kan ik niks over zeggen, maar klopt wel.”
Klaas: “Wat ik me afvroeg, jij hebt toch weinig met film? Denk je dat je een kans maakt?”
Robbie: “Natuurlijk. Ze zochten iemand met een scherp oog voor kansen. Nou, als ik een kans zie, dan grijp ik die.”
Klaas: “Maar je bent twintig jaar directeur geweest van een krokettenfabriek. Dat is toch heel wat anders dan leiding geven aan zoiets als het Filmfonds.”
Robbie: “Niet echt. In het profiel staat dat er gezocht wordt naar iemand die over relevante leidinggevende ervaring in een organisatie met hoogopgeleide professionals beschikt. Nou, ik weet niet of je enig idee hebt wat het fabriceren van een goede kroket inhoudt, maar ik verzeker je dat dat heel wat ingewikkelder is dan het uitdelen van wat geld aan filmende hobbyisten.”
Klaas: “Je ziet film als een hobby?”
Robbie: “Ja. Een serieus vak is toch heel wat anders. Begrijp me niet verkeerd, ik ben jaren voorzitter geweest van de Friese modeltreinvereniging en heb in het bestuur gezeten van de Nederlandse Figuurzaagbond, dus ik weet dat het voor kunstenaars vaak lastig is om de eindjes aan elkaar te knopen. Want het blijft natuurlijk een dure hobby, dat filmmaken.”
Klaas: “Ik denk dat de meeste makers het niet met je eens zijn; die vinden toch echt dat ze een serieus vak uitoefenen.”
Robbie: “Tja, dat zal dan een van mijn eerste taken worden. Om die filmers een stukje realiteitszin mee te geven. Subsidie is tenslotte geen recht.”
 Klaas: “Heb je weleens gesproken met makers? Weet je wat er onder hen leeft, wat hun problemen zijn? Waar het gevoel van ontevredenheid vandaan komt?”
Robbie: “Nee. Hoe kom je daar nou bij? Het woord maker komt in de hele profielschets niet voor. Zou ook een mooie boel worden als filmmakers zich ook nog eens met het beleid gaan bemoeien.”
Klaas: “Maar subsidie is toch bedoeld zodat makers hun werk beter kunnen doen? Ze staan toch aan de wieg van het creatieve proces? Zonder hen geen filmcultuur. Zonder makers zouden er ook geen subsidieaanvragen meer zijn.”
Robbie: “Tja, dat laatste blijft natuurlijk toekomstmuziek.”
Klaas: “Hoe gaat het eigenlijk met je krokettenfabriek?”
Robbie: “Ai. Pijnlijke vraag. Marktaandeel donderde opeens in elkaar. Van 20 naar 10 procent. Maar onze kroketten blijven het erg goed doen op beurzen in de hele wereld.”
Klaas: “Ik denk dat ik wel genoeg heb voor een stukje.”
Robbie: “Hou het wel een beetje positief, hè. Ik moet nog opdraven voor het arbeidsvoorwaardengesprek.”
Klaas: “Natuurlijk. Bedankt voor dit interview Hobby, eh… Robbie.”


= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 12 Juni 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 30 mei 2019

Cannes

Cannes viel weer tegen dit jaar.
Dat de beveiliging op de rode loper van het Festivalpaleis nog strenger was dan vorig jaar en dat iedereen die de openingsfilm van Jim Jarmusch wilde bijwonen, zich een inwendig onderzoek moest laten welgevallen, is nog tot daar aan toe (er werden verschillende steekwapens gevonden, het was tenslotte een zombiefilm), maar de salade nicoise lijkt elk jaar slechter te worden.
Gelukkig hoefde ik dankzij mijn witte pas niet in de rij te staan voor het bijwonen van de nieuwe Tarantino - Once Upon a Time… in Hollywood - en kon ik vlot doorlopen naar mijn gereserveerde plaats.
Later die dag sprak ik nog even met Tarantino en heb ik hem gevraagd waarom hij tijdens de persconferentie zo kortaf reageerde op de vraag waarom Margot Robbie zo weinig dialoog in de film had. “Tja, ik kon toch moeilijk zeggen dat ze geen woord fatsoenlijk uit haar bek kon krijgen?” was het antwoord.
Verder vertrouwde hij me toe dat het script van ‘Once Upon a time… in Amsterdam’ al in een vergevorderd stadium was en dat hij ervan overtuigd was dat de nieuwe versie dit keer wél door het filmfonds zou komen; hij had tenslotte alle opmerkingen van de consulent verwerkt.
Diezelfde nacht doorgezakt met het zuipende journalistenduo, Bobby B. en Ab Z. Heb ze uitgelegd waarom hun homo-erotisch samenzijn door de Chinese censuur uit Prooi was geknipt. Tja, er valt op dat gebied nog een hoop werk te verrichten.
Ab was verder nog steeds verbolgen over het feit dat hij tijdens zijn interview met Tarantino zijn telefoon moest afplakken. Kennelijk had hij het verhaal van die Zweedse journaliste nog niet gehoord, die tijdens haar interview met Tarantino niet alleen haar telefoon en iPad moest afplakken, maar zich ook geheel moest ontkleden en een blinddoek om moest. Bovendien stelde niet zij maar Quentin de vragen en moest ze alles met ‘Yes, please’ beantwoorden.
Gelukkig was er ook nog een Nederlands tintje op het festival.
Jacco Voreteerst had een korte film in het bijprogramma Films Étranges pour les Oeufs Mous, dat was een nieuw onderdeel van de Prix des Cinémas Art et Essai, wat weer een bijprogramma is van de non-competitieve nevensectie Quinzaine des réalisateurs. Helaas heeft hij de vertoning zelf niet kunnen bijwonen, want het was onduidelijk bij welk bijprogramma het nu precies een bijprogramma was en de bioscoop bleek onvindbaar.
En - het leukste nieuws bewaar ik voor het laatst - het Nederlands Paviljoen in Cannes heeft voor de tweede keer The Pavilion Design Award 2019, de prijs voor het mooiste paviljoen gewonnen! Nederland spreekt weer een woordje mee in Cannes!
Moe maar voldaan, met rode kringen onder de ogen en een hoofd vol watten vanwege de korte nachten, stapte ik zondagochtend in het vliegtuig terug naar Nederland. De hectische week in Cannes bevestigde me weer in het idee dat je er niet geweest hoeft te zijn om erover mee te kunnen praten.


= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 29 mei 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html



donderdag 16 mei 2019

Foutjes

Harry: "Met Harry."
Jan Pieter: "Hallo Harry, Jan Pieter hier, van Het Parool. Ik heb een vraagje over die nieuwe serie van je, die nu op Netflix is: Het Spel om de Piratentroon."
Harry: "Leuk geworden, toch?"
Jan Pieter: "Zeker, maar die controverse die nu op social media is ontstaan, is natuurlijk een beetje vervelend."
Harry: "Wat bedoel je?"
Jan Pieter: "Nou, dat koffiebekertje van de Coffee Company. Was twee weken trending op Twitter. Beetje slordig toch, om dat zo in beeld te laten slingeren."
Harry: "Ja, sorry, dat had natuurlijk nooit mogen gebeuren. Heel vervelend. Ik heb de setdresser meteen de laan uitgestuurd. We hebben natuurlijk wel kwaliteit hoog te houden."
Jan Pieter: "Maar die nieuwe setdresser heeft het dan kennelijk ook niet helemaal begrepen, want in de tweede aflevering zagen we een van de piraten op Adidas-schoenen het want inklimmen."
Harry: “Dat was een foutje van de kledingassistent. Ik kan je wel zeggen, we schamen ons hier intern kapot. Maar in die tijd schijnen piraten wel iets dergelijks aangehad te hebben qua schoeisel, maar die hadden twee strepen, dacht ik."
Jan Pieter: "Maar het levert wel leuke publiciteit op, toch?"
Harry: "Hoe bedoel je?"
Jan Pieter: "Nou, iedereen heeft het over de serie en de producten. Verkoop Adidas is verdubbeld in een week."
Harry: "Tja, dat is een prettige bijkomstigheid. Doekje voor het bloeden zullen we maar zeggen."
Jan Pieter: "In de derde aflevering lopen er zeker vijf piraten rond met een gouden Rolex."
Harry: "Ai, dat is je opgevallen? Tja, dat was een communicatiefoutje. Dat goud klopte wel, maar het hadden natuurlijk nooit Rolexen mogen zijn."
Jan Pieter: "En in de aflevering van vorige week bestelt een van de gevangengenomen jonkvrouwen met haar iPhone twee pizza Hawaï bij New York Pizza, omdat die, zoals ze zelf zegt, ‘deze week in de aanbieding zijn’.”
Harry: “Je legt nu wel op álle slakken zout. Er sluipen weleens foutjes in. Het blijft tenslotte mensenwerk."
Jan Pieter: "Nu zijn er mensen die zeggen dat het helemaal geen foutjes zijn, maar dat je al deze producten bewust in de serie laten zien omdat je er een hoop geld voor krijgt."
Harry: "Dat is een onzinnige gedachte. We hebben alleen maar nobele intenties met de serie. Het is een aanklacht tegen de vervuiling en opwarming van de aarde. We proberen een stukje bewustwording te creëren."
Jan Pieter: "En daarom laat je aan het eind van de vijfde aflevering de piraten op het schateiland in vier Tesla"s door het tropische bos rijden?"
Harry: “Ah! Nu zie je maar hoe slecht jij kan kijken, Jan Pieter. Dat bos is geen bos, maar een windmolenpark. Als je nog eens met dit soort kwalijke beschuldigingen komt, doe dan wel eerst je huiswerk!"

= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 15 mei 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 2 mei 2019

Verkoop je huisdier, pleeg een plofkraak

Jaren heb ik ervoor moeten vechten. Schier eindeloos heb ik moeten lobbyen bij documentairemakers. Op hoeveel etentjes heb ik ze inmiddels moeten trakteren? Hoe vaak heb ik hun kinderen wel niet naar Tai-Chi moeten brengen? En niet te vergeten, al die Ikeakastjes die ik in elkaar heb moeten zetten. Maar uiteindelijk is het wel alle moeite waard geweest. Eindelijk krijg ik de kers-op-mijn-filmerstaart: een eigen documentaire!



Even was ik nog bang dat ze me verwisseld hadden met Paul Verhoeven, want dat komt wel vaker voor, maar bij navraag bleek het toch echt om mij te gaan: ‘de enige echte genrefilmmaker van Nederland’. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van Jeffrey De Vore en Jan Doense, de mannen achter de documentaire. Ik zou mezelf zo nooit genoemd hebben, ik ben de bescheidenheid zelve.
Toen ik het verzoek - inmiddels een aantal jaren geleden - kreeg, heb ik verrassing geveinsd en beleefd gestameld dat het een hele eer was en gevraagd of ze het allemaal zeker wisten, maar diep van binnen was ik natuurlijk behoorlijk ontstemd dat het zo lang had geduurd voordat er een documentaire over mij van de grond kwam.
Ooit was er een andere Nederlandse regisseur die een documentaire over me wilde maken. Er werd al ijverig gefilmd door twee leuke meisjes en ook werd ik verschillende malen geïnterviewd, maar dat hele project stierf een stille dood. Geen idee waarom. Waarschijnlijk een geldkwestie. Filmen in Nederland is nu eenmaal een kwestie van talent en geld. Talent is er genoeg, maar aan geld schort het meestal.
Ook voor Jeffrey en Jan ging het aanvankelijk niet over rozen. Een omroep was geïnteresseerd, maar die zag op een gegeven moment toch een heel andere documentaire voor zich dan Jeffrey en Jan wilden maken. Dus namen ze het verstandige besluit de film in eigen beheer en dus in volledige vrijheid te maken.
De filmmakers gingen voortvarend te werk. Op de meest onverwachte plaatsen dook een cameraploeg op en aan sommige gebeurtenissen wil ik niet graag herinnerd worden, zoals een ongemakkelijk optreden tijdens het Festival van de Fantastische Film in Brussel waar ik - het was tenslotte een traditie - voor een volle zaal een lied ten gehore moest brengen.
Of deze gênante vertoning ooit te zien zal zijn, hangt ervan af of de inmiddels gestarte crowdfundingactie (op cinecrowd.com) het beoogde streefbedrag van 25.000 euro zal gaan halen. Op het moment van verschijnen van deze column zijn er nog negen dagen te gaan. De teller staat inmiddels op meer dan 15.000 euro. Ik ben bang dat het wel gaat lukken.
Dus voor wie wil zien hoe je de beste regisseur van Nederland wordt: pleeg een plofkraak, verkoop je huisdier, beroof een bejaarde, leeg de spaarpot van je kinderen en stort gul. Zodat je straks, na afloop van de film, kunt zeggen: wat een interessante aangrijpende documentaire en zo’n innemende talentvolle regisseur, en ook zo bescheiden gebleven.


= = = =

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 1 mei 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html
 

donderdag 18 april 2019

Oorlog

Oorlog in Amerika. Tussen schrijvers en hun agenten.
Wat is er aan de hand?
De grote agencies die scenaristen vertegenwoordigen, zoals CAA, ICM en UTA,  zijn allengs van meerdere walletjes gaan eten.
Stonden ze oorspronkelijk ten dienste van de schrijver, voerden ze onderhandelingen met potentiële werkgevers, zoals producenten en studio's, en kregen ze daar een leuke fee voor - meestal 10 procent van de inkomsten - de laatste jaren zijn ze steeds meer gaan verdienen aan het ‘packagen’ van een film. In gewoon Nederlands: het samenstellen van een pakket talent - schrijvers, acteurs en regisseurs - dat vervolgens aan een producent of studio wordt aangeboden. Die betalen daar dan ook weer een fee voor aan de agent.
Bovendien zijn er steeds meer samenwerkingsverbanden van agencies met productiehuizen en studio's. De agencies zijn gaan produceren, ook al proberen ze dat halfslachtig te ontkennen.
Ze verliezen daardoor hun onafhankelijkheid en er ontstaat belangenverstrengeling. Je kan als agent niet tegelijkertijd de beste deal voor je cliënt uit het vuur slepen, als je tegelijkertijd ook door de tegenpartij wordt betaald, of een financieel belang hebt in diens productiebedrijf.
Het overleg tussen de vakbond van de schrijvers, de WGA (Writers Guild of America) en dat van de agencies, de ATA (Association of Talent Agents) is vorige week vastgelopen.
De WGA heeft nu zijn leden opgeroepen om hun agenten te ontslaan. Zolang de agencies niet voldoen aan de voorwaarden van de vakbond en onderschrijven dat ze in de eerste plaats de belangen van hun cliënten behartigen, kunnen er geen deals meer gesloten worden.
Het wordt een spannende strijd. Zowel de WGA als de ATA houden hun poot stijf. Als het lang duurt dan komt de voortgang van diverse films en televisieproducties in gevaar.
Gelukkig - sarcasm mode aan - kennen we die problemen hier niet. In de Nederlandse filmwereld bestaan geen vakbonden. Regisseurs en schrijvers zijn nauwelijks georganiseerd en er is weinig gevoel voor solidariteit. Iedereen moet zijn eigen boontjes maar doppen.
Scenaristen worden tegen elkaar uitgespeeld. En de meeste scenaristen hebben geen agent, dus die kunnen ze ook niet ontslaan.
Een Nederlandse scenarist mag blij zijn als hij - of zijn agent - een redelijk salaris kan bedingen voor het schrijven van een script. En soms lukt het ook nog om, als kers op de taart , een winstpercentage te bedingen.
En heb je dan als scenarist een film geschreven die een stormloop op de kassa veroorzaakt, dan laat het Filmfonds je niet eens meedelen in het (financiële) succes.
De schrijver en de regisseur drukken de belangrijkste inhoudelijke stempel op een film: de scenarist legt de basis en de regisseur heeft de artistieke eindverantwoordelijkheid.
Maar als zelfs een overheidsinstituut als het Filmfonds de belangen van scenaristen en regisseurs niet weet te beschermen, dan blijft het er somber uitzien in Nederland.
Wij moeten ook iemand kunnen ontslaan. Maar wie?


= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 17 april 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html
 


donderdag 4 april 2019

Plooi


Het kan raar lopen. Het ene moment heb je nog de slechtst bezochte film van je carrière gemaakt, een paar weken later is het commercieel de meest succesvolle Nederlandse film ooit.
Dat Prooi geheel onverwacht in China in meer dan vierduizend bioscopen werd uitgebracht en op de derde plaats - nog voor Bohemian Rhapsody en Captain Marvel - in de box office aldaar binnenkwam is natuurlijk al geweldig, maar dat hij daarnaast wereldwijd op de twaalfde plek terechtkwam, is natuurlijk helemaal een unieke gebeurtenis, die ook hier in Nederland met gejuich werd begroet. 


Nou ja, gejuich. Niet iedereen leek blij. Ik moest ook heel vaak het woord ‘flop’ in de media lezen. Dat sloeg dan op het feit dat de film in 2016 in Nederland maar een schamele 30.000 bezoekers naar de bioscoop wist te trekken. Had Prooi destijds net zoveel aandacht gekregen als nu, dan waren die aantallen ongetwijfeld hoger geweest.
Gelukkig verschenen er natuurlijk ook meteen de zure reacties dat Prooi toch wel echt een heel slechte film was en dat de Chinezen geen smaak hebben.


En, zoals je kon verwachten, waren er de azijnpissers die uitlegden dat de hoge bezoekersaantallen - op dit moment zo’n 1,5 miljoen, met een box office van bijna 7 miljoen dollar - vooral een gevolg waren van lege bioscoopzalen en het feit dat de panda een beschermde diersoort is. Dat het Chinese Nieuwjaar - met zijn traditionele leeuwendansen - dit jaar op een dinsdag viel, zal ongetwijfeld ook hebben meegespeeld.
Dankzij de overweldigende aandacht in de media kan Amsterdam volgend jaar in elk geval niet zeggen dat de toestroom aan Chinese toeristen als een verrassing komt. Ik zou zeggen: gemeente, organiseer een Prooi-tour langs de moordplekken van de film. Gidsen genoeg, nu die niet meer op de Wallen mogen rondleiden.
Ik ben vooral blij dat het succes van Prooi korte metten maakt met de veelgehoorde opmerking: ‘Laten we hier niet proberen grootschalige actiefilms te maken, want we kunnen toch niet concurreren met de grote Amerikaanse blockbusters’. Natuurlijk kunnen we dat, het bewijs is geleverd. Een Nederlandse film met een relatief klein budget kan concurreren met films die vijftig keer meer kosten en die met een gigantisch promotiebudget in de markt gezet worden. Dat moet Nederlandse makers een hart onder de riem steken. We moeten af van dat minderwaardigheidscomplex en die Hollandse zuinigheid.
Ik heb begrepen dat er binnenkort een delegatie van het Filmfonds naar China gaat om de mogelijkheden van een coproductieverdrag te onderzoeken.
Wat ze precies gaan doen is niet helemaal duidelijk, maar het zal me niets verbazen als we als makers over een jaar de volgende prijsvraag krijgen voorgelegd: ‘Stuur een synopsis in voor een filmidee met tien Chinese en twee Hollandse acteurs dat zich afspeelt op een grote muur.’
Over de hoeveelheid acteurs kan vast nog wel onderhandeld worden, maar om die muur komen we niet heen.



= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 3 april 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

woensdag 27 maart 2019

DE ZAAK PROOI

 (fragment uit mijn boek 'Buurman, wat doet u nu?)

Waarom heeft het publiek zijn weg naar Prooi niet kunnen vinden?
Die vraag is lastig te beantwoorden. De voortekenen waren waren goed. Exploitanten waren enthousiast, recensies waren vrijwel allemaal positief en toch bleef het publiek weg.
Je zou dus kunnen zeggen dat het niet aan de film lag. Lag het soms aan de uitbreng? De manier waarop de film naar het publiek gecommuniceerd is?
Achteraf weet of denkt iedereen te weten wat er verkeerd gegaan is. Aan speculaties geen gebrek. Ook ik heb daar zo mijn ideeën over.

1.
Het affiche is teveel een horror affiche.
In een vroeg stadium was besloten om Prooi niet neer te zetten als een horrorfilm, maar als een actiefilm, een event-movie. Helaas werd er door Dutch Filmworks, op een gegeven moment een affiche gepresenteerd dat het tegendeel uitstraalde.
De affiches werden ook nog eens tot grote banners opgeblazen, dus je kon er niet meer omheen als publiek.
Een groot deel van het publiek, de niet horrorfans, werd daardoor afgeschrikt.

2.
Er zijn geen bekende acteurs in de film.
Hoort eigenlijk niet in deze opsomming thuis. Natuurlijk; met bekende acteurs had de film waarschijnlijk beter gelopen. Alsook met Spielberg als regisseur en een bekend boek als bron.

3.
Teaser/Trailer.
Bevatten misschien teveel actie en te weinig humor. Reacties op beide in de bioscoop en op social media was echter behoorlijk goed. Dus onduidelijk of ze een negatieve bijdrage hebben geleverd.

4.
De voorpremières liepen niet.
Toen een aantal weken voor de première duidelijk werd dat de voorverkoop van kaartjes voor de Marathon (een dubbel-voorstelling met Amsterdamned en Prooi) en voorpremieres niet goed liepen, had er een belletje bij de distributeur moeten gaan rinkelen. Een snel onderzoek had kunnen uitwijzen waarom mensen niet kwamen. Wisten ze het domweg niet? Of dachten ze bij het zien van het affiche dat het een all-out horror film was.
Een klein onderzoek had kunnen leiden tot het bijsturen van de campagne. Er waren immers nog 3 à 4 weken te gaan.

5.
Uitbreng datum.
Of het zo verstandig was om de film in de herfstvakantie uit te brengen blijft de vraag. Jongeren onder de 16 mochten er vanwege de Kijkwijzer niet naartoe en ouderen met jonge kinderen konden er niet naartoe omdat ze naar een van de vele kinderfilms moesten.
Bovendien was er zo’n overvloed aan nieuwe (kinder)films in die week dat een uitbreng een week eerder of later logischer had geleken.

6.
Geen toertje langs de bioscopen.
Ik heb nog nooit anders meegemaakt dan dat er een toertje met de acteurs langs een aantal bioscopen wordt georganiseerd. Goed voor de plaatselijke publiciteit. Kennelijk vond DFW dat niet nodig.

7.
Leeftijdskeuring 16 jaar.
Helaas was voor veel mensen niet duidelijk dat de film 16 jaar gekeurd is. Ik hoor allerlei verhalen van ouders die met hun te jonge kinderen bij de bioscoop stonden en er niet in mochten. Algehele opvatting is dat Prooi geschikt had moeten zijn voor 12 jaar en ouder (net als Amsterdamned destijds).
Misschien moeten distributeurs en exploitanten zich eens wat fanatieker bekommeren om die leeftijdsgrenzen te veranderen.

8.
Mensen wisten niet van het bestaan van Prooi.
Een paar weken voor de release merkte ik dat veel mensen, waaronder bioscooppersoneel(!), nog niet van het bestaan van Prooi afwisten.
Alle reacties op social media ten spijt, beperkte de bekendheid zich blijkbaar toch tot een te kleine groep. Misschien de groep die straks de film gratis download of op Netflix bekijkt.
Hier had bij ons en de distributeur een bel moeten gaan rinkelen.

9.
 
Dick Maas is tachtiger jaren.
Was misschien niet zo verstandig geweest om mij te promoten als ‘terug van weggeweest’ en dat gekoppeld aan Amsterdamned. Ook in combinatie met Sint kregen de mensen het idee van ouwe koek in een nieuw jasje.
En dat las je ook terug in de recensies.

10.
TV spots.
Er werden alleen TV spots vertoond op de SBS zenders. Ongetwijfeld omdat er met SBS een goede deal gemaakt kon worden. Ze zitten tenslotte ook met geld in de film.
Maar Prooi had natuurlijk ook via de RTL -zenders en de publieke omroepen zijn publiek moet benaderen. 

11.
Fragmenten op televisie.
In de fragmenten die in programma’s als RTL Late Night en Tijd voor Max te zien waren, lag de nadruk teveel op de 3D leeuw en de animatronic. De actie kwam teveel aan bod en de humor te weinig.

12.
Verstoorde relatie.
Op een gegeven moment was de relatie met Dutch Filmworks dermate verstoord dat er van enig overleg over de uitbreng geen sprake meer was. Van een visie op de publiciteit en een promotieplan was geen sprake meer.
Het gebrek aan competentie in de promotieafdeling van DFW is naar mijn mening een van de belangrijkste oorzaken die tot een verkeerde uitstraling van de film en het gebrek aan awareness bij het publiek hebben geleid.

Maar goed. Dit is mijn mening, mijn visie over de gang van zaken. Anderen zullen daar ongetwijfeld anders over denken. 



= = = =




Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 21 maart 2019

Hollywood aan het Spaarne


Ik heb het altijd al geweten. Haarlem, de stad waar ik mijn jeugd heb doorgebracht, is het Nederlandse Hollywood. Althans, dat schijnt het vroeger geweest te zijn, voor de oorlog, in de tijd dat er een echte filmstudio gevestigd was, Hollandia, die meer dan zestig speelfilms produceerde.
Niet dat ik daar iets van heb meegekregen in de tijd dat ik in de zestiger jaren in de Haarlemmerhout rondhing, want veel filmactiviteiten heb ik er nooit waargenomen.
Ik heb een vage herinnering dat Als twee druppels water - de film naar het boek De donkere kamer van Damocles van W.F. Hermans onder regie van Fons Rademakers - in de stad werd opgenomen, maar ik denk dat ik die informatie eerder uit het Haarlems Dagblad had, dan uit eigen waarneming.




Dat er in Haarlem - in die tijd naar mijn idee een tamelijk slome provinciestad, met een uitgestorven, winderige Grote Markt - zoveel bioscopen waren, was waarschijnlijk te danken aan het feit dat er verder niets te beleven viel. En die markt was natuurlijk uitgestorven omdat iedereen in de bioscoop zat. Ik ook.
Het is grappig dat je vaak nog precies weet op welk moment en in welke bioscoop je de films hebt gezien die indruk op je hebben gemaakt. Het ‘waar was je toen de vliegtuigen de Twin Towers invlogen?’ fenomeen.
Day of the Triffids in Lido; Easy Rider in Studio, op de Grote Markt; Mash en Midnight Cowboy op dezelfde avond in Cinema Palace en Luxor, in de Grote Houtstraat; Dr. No twee keer in het Frans Hals theater. Maar misschien overdrijf ik en is het alleen maar een kwestie van een goed geheugen.
 Alle Haarlemse bioscopen uit die tijd zijn inmiddels verdwenen. Gesloopt, om plaats te maken voor nieuwbouw, of er zijn cafés en kledingwinkels in gevestigd. Dat die neergang samenviel met mijn vertrek naar Amsterdam is louter toeval.
Het Frans Hals theater is tegenwoordig een gereformeerde kerk. Er wordt nu gebeden op de plek waar ik als puber Ursula Andress twee keer in een krappe bikini uit het water heb zien komen.
Een andere plek waar ik films zag, was De Toneelschuur in de Smedestraat. Onder de naam Filmschuur vertoonden ze daar wekelijks de meer artistieke en festivalfilms.
Ik zag daar Citizen Kane van Orson Welles en films van Ingmar Bergman, maar vaak ook obscure zwart-wit films uit Oostbloklanden.
Toen ik op de filmacademie zat en mijn eerste korte speelfilm opnam, vond een deel van de opnames plaats in diezelfde toneelschuur.
Inmiddels zit de Toneelschuur op een andere locatie in Haarlem en daar is aanstaande zondag de presentatie van een boek over de Haarlemse filmgeschiedenis: Haarlem Filmstad. Een boek over het bioscoopleven, de studio’s, filmmakers en sterren uit de stad.
Misschien dat het boek de vraag beantwoordt of er inderdaad sprake was van een Hollywood aan het Spaarne, of dat dat toch een beetje de zelfoverschatting van een slome provinciestad is.

= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 20 maart 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 7 maart 2019

Volksverlakkerij

Ik voelde me bekocht.
Ik had de foto’s in de vitrines van het Minervatheater in Heemstede goed bestudeerd en een van de stills van Spartacus, een tamelijk bloederig tafereel als ik me goed herinner, had ik niet teruggezien in de film. Ik vond dat een beetje volksverlakkerij - een woord dat ik waarschijnlijk nog niet kende op mijn twaalfde - maar ik heb er verder geen werk van gemaakt. Ik was allang blij dat ik zonder kleerscheuren het theater in was gekomen, want de film was gekeurd voor 14 jaar en ouder. Tegenwoordig is dat wel anders, zelfs met twee vaders kom je als 15-jarige niet meer in een film die voor minstens 16-jarigen is gekeurd.
Was bij Spartacus nog de verklaring dat er waarschijnlijk in de film geknipt was en de meest heftige scenes door de keuring verwijderd waren, gaandeweg begreep ik dat bij het promoten van films zekere vrijheden waren toegestaan.
Een goede filmposter is sinds jaar en dag een van de belangrijkste promotiemiddelen van een film. Iemand als Roger Corman had vaak eerst het idee voor een poster - een vrouw onder het bloed in bikini rennend over het strand, bijvoorbeeld - en bedacht daar vervolgens een film bij.
Niet altijd voldeden de affiches met halfnaakte vrouwen echter aan de verwachting. Soms kwamen ze er zelfs niet in voor of werd er als het meezat een schouder ontbloot. 


Japanse poster
Franse poster
Chinese poster




 




















Alle middelen zijn geoorloofd om de potentiële kopers te overtuigen een kaartje te kopen of een dvd aan te schaffen.
Ooit kreeg ik een affiche afkomstig van een Caribisch eiland onder ogen, waarop een mij onbekende man met een pistool stond. Dat bleek om Amsterdamned te gaan. Dat de desbetreffende persoon helemaal niet in de film voorkwam, zal niet tot een volksopstand op het eiland geleid hebben.
Pistolen op een affiche doen het vaak goed. Een vrouw met een pistool is nog beter. Het Nederlandse affiche van Down was niet erg wervend, dus in het buitenland werd eerst de naam veranderd in het bijna pornografisch aandoende The Shaft, en kwam Naomi Watts pontificaal met een pistool op het artwork. Ik twijfel er niet aan dat dat de verkoop wereldwijd gestimuleerd heeft.
De Nederlandse poster van Prooi was tamelijk beroerd. Nu de film in diverse landen wordt uitgebracht, is het grappig en leerzaam om te zien hoe de verschillende distributeurs de film onder de aandacht brengen.
Dat de Japanse dvd een cover heeft met het interieur van een Tokiose tram, een kniesoor die daarover valt.
De cover van de Franse dvd gaat nog verder. Daar zien we zwaarbewapende Amerikaanse politiemannen die een leeuw onder schot houden in een stad die in de verste verte niet op Amsterdam lijkt.
En de Chinezen borduren daar dan weer op voort: op het affiche zien we nu zelfs een brandende stadsbus. En dat laatste vind ik dan weer behoorlijk richting volksverlakkerij gaan.
Prooi komt 22 maart in China uit. Ik zie de protesten uit de volksrepubliek met vertrouwen tegemoet.

= = = =




 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 6 maart 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 21 februari 2019

Oscarnacht

Als je je als filmmaker openlijk via sociale media of andere kanalen uitspreekt over de kwaliteit van andermans films, loop je het gevaar meteen weer je hok in geslagen te worden met jij-bak reacties als: ‘Kijk naar je eigen films’, ‘Die van jou zijn echt bagger’, ‘Hoeveel bezoekers zijn er dan naar jouw laatste film gegaan?’ etc.
Daarom probeer ik me maar zoveel mogelijk te onthouden van kritiek op films van anderen, het is tenslotte al moeilijk genoeg om een film van de grond te  krijgen en iedereen die dat voor elkaar krijgt, verdient sowieso ons grootst mogelijke respect. En bovendien valt er eigenlijk niet te discussiëren over kwaliteit. Dat is zo persoonlijk en daar heeft iedereen zijn eigen opvatting over.
Maar ja, je gaat wel met andere ogen naar je vrienden kijken als die een film die jij verafschuwt, beschouwen als de beste film die ze ooit gezien hebben.
Kan in zo’n geval de vriendschap nog wel voortbestaan? Wat mij betreft komt dat dan toch akelig dicht bij de mededeling dat iemand zich plotseling tot de islam heeft bekeerd, of te kennen geeft dat je eigen pis drinken echt heel erg goed voor je gezondheid is.
Omdat we hebben afgesproken zondag op televisie de Oscarnacht te bekijken met wat vrienden , was ik genoodzaakt - want je moet tenslotte mee kunnen praten - om alle films die in de belangrijkste categorieën zijn genomineerd, van tevoren te bekijken.
Jeetje, dat valt niet mee. Wat zitten er toch veel kleren van de keizer tussen. En wat is er toch gebeurd met het begrip ‘storytelling’? Veel films kabbelen maar voort, zonder dat de kijker een verwachting heeft van wat er komen gaat, niet kan meedenken en meevoelen met de karakters en hun problemen. Kortom, meesttijds laten de hoofdpersonen en hun dilemma’s - zo die er al zijn - de kijker koud.
En wat zijn er toch veel pretentieuze filmmakers die ons slaapverwekkende camerabewegingen, irritante groothoeklenzen en onnodige tijdsprongen voorschotelen die het gebrek aan verhaal moeten maskeren. En lekker in zwart-wit draaien, dat ziet er meteen artistiek uit maar dient geen enkel doel.
Maar ik ben bang dat ik in de minderheid ben en veel van de door mij verfoeide films er met de belangrijkste beeldjes vandoor zullen gaan. Want in Amerika gaat het bij de Oscars helaas allang niet meer over kwaliteit. Persoonlijke voor- en afkeuren, vriendjespolitiek en zakelijke belangen bepalen voor het grootste deel het stemgedrag.
De meest positieve verwachting die je van de Oscarnacht kan hebben is dat je maandagochtend nog wat vrienden overhebt. Maar dat zal wel loslopen, want de Gouden Kalveren competitie staat ook weer voor de deur, en veel van mijn vrienden zijn ook collega-filmmakers die straks vast wel een stem kunnen gebruiken.


= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 20 februari 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 7 februari 2019

Ballen

Ton: "Filmredactie, met Ton."
Harry: "Hallo Ton, met Harry. Ik bel even over die recensie van Zeerovers van de Nieuwmarkt die je vorige week hebt geschreven."
Ton: "Was je niet blij mee, heb ik begrepen?"
Harry: "Klopt. De recensie heeft bij mij, als producent van de film, toch wat vragen opgeroepen; bijvoorbeeld of je de film wel helemaal gezien hebt."
Ton: "Tja, die persvoorstellingen zijn altijd zo verdomde vroeg. Kan zijn dat ik een minuutje gemist heb."
Harry: "Je schrijft, ik citeer: ‘Geen moment wordt voelbaar gemaakt dat de film zich afspeelt op een tropisch eiland in het begin van de Gouden Eeuw’.”
Ton: "Ja, dat vond ik een zwakte van de film."
Harry: "Maar Ton, de film speelt zich geheel af in Amsterdam en niet op een tropisch eiland."
Ton: "Tuurlijk, weet ik. Ik schrijf toch ook hoe sterk dat zeventiende-eeuwse Amsterdam was neergezet. Compliment voor de artdirection."
Harry: "De film speelt zich af tijdens de krakersrellen in de jaren zeventig. Dat wordt ook heel duidelijk gemaakt door het titelbord in de openingsscène waarin duidelijk staat: ‘Amsterdam-1974’.”
Ton: "Ja, dat titeltje moet ik dan even gemist hebben. Ik was inderdaad iets te laat vanwege mijn koffie die ik nog niet op had. En daar kreeg ik ook nog een tompouce bij en je weet hoe onhandig die dingen te eten zijn."
Harry: "Mijn medewerkers zagen je pas een kwartier na het begin van de film naar binnen schuifelen. Het leek bovendien of je dronken was."
Ton: "Dan moet er iets in die tompouce gezeten hebben."
Harry: "Vervolgens riep je luidkeels: ‘Benieuwd wat die kutregisseur nu weer voor misbaksel heeft uitgepoept’.”
Ton: “Klopt, ik was best benieuwd.”
Harry: “Verschillende bronnen hebben bevestigd dat je toen op de persmap hebt staan urineren en even later in slaap bent gevallen en pas bij de aftiteling weer wakker bent geworden."
Ton: “Ik heb misschien vijf minuten mijn ogen dicht gehad. Een goede film kan dat hebben, Harry."
Harry: "Je begrijpt dat ik niet anders kon doen dan een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek."
Ton: "Gaat dat niet wat ver?"
Harry: "Je komt een kwartier te laat, mist cruciale scènes en je slaapt vervolgens de rest van de film. Hoe kan je in godsnaam een recensie schrijven over een film die je niet gezien hebt?"
Ton: "Oké, ik begrijp wat je zegt. Was misschien niet helemaal netjes van me. Om het goed te maken geef ik je volgende film al bij voorbaat vijf ballen?”
Harry: “Vijf ballen?"
Ton: “Vijf ballen! Ongezien!"



= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 6 februari 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html

donderdag 24 januari 2019

De rode loper

Waren filmpremières vroeger gezellige bijeenkomsten met crew, cast, vrienden, wat notabelen en geldschieters, allengs kwam daar de klad in.
Bestegen we eerst nog ongedwongen de trappen van Tuschinski - de bioscoop waar alle belangrijke premières plaatsvonden - op een gegeven moment verscheen daar opeens een lange rode loper en begon het ‘Hollywoodje spelen’.
In de jaren negentig deed het fenomeen ‘Bekende Nederlander’ zijn intrede en moesten er plotseling plaatsen worden gereserveerd voor mensen die niets met het tot stand komen van de film te maken hadden en die mij ook vaak totaal onbekend voorkwamen.
Maar, zo werd me verzekerd, ze zijn belangrijk voor de publiciteit. Zonder Bekende Nederlanders op de rode loper laten fotografen, televisieploegen en andere pers het afweten.
Ook was het de bedoeling dat alle mannelijke gasten voortaan in een smoking kwamen opdraven en dat de dames een mooie avondjurk droegen, want dat deden ze in Hollywood immers ook.
Ik heb me in mijn leven ooit één keer laten verleiden tot het aantrekken van een smoking. Dat was toen ik in de jury zat van de Nederlandse Filmdagen - zo heette het Utrechtse Film Festival destijds - en toen kon ik er niet onderuit, want al mijn mannelijke medejuryleden hadden wel met het apenpakje ingestemd.
Ik heb überhaupt nooit begrepen waarom mannen in het dagelijkse leven een pak aantrekken en een strop om hun nek strikken, en ik ben er daarom ook trots op dat alle premières van mijn films zonder de verplichte black tie-dresscode hebben plaatsgevonden.
Dat laatste was soms niet eenvoudig, want Tuschinski had op een gegeven moment de eis gesteld dat alle premières in het theater verplicht black tie moesten zijn. Dat heeft ooit bijna tot een handgemeen geleid met een overijverige bioscoopmedewerker die mij op de première van een bevriende regisseuse waar ik verscheen in mijn normale tenue de ville, ongevraagd van een vlinderdasje meende te moeten voorzien.
Voor mijn eigen premières ben ik toen maar uitgeweken naar het Circustheater in Den Haag en de Stopera. Beide prima plekken voor een filmpremière en vooral aan de première van Sint in de Stopera bewaar ik goede herinneringen.
Dat we voor Prooi weer  in Tuschinski terechtkwamen, had te maken met het versoepelde black tie-beleid en het feit dat de tram - speciaal ingehuurd om de crew en cast te vervoeren - voor de deur van het theater kon stoppen.
Bij de Stopera lag de halte een stuk verder weg. Zou wel een mooie lange rode loper hebben opgeleverd.




= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 23 januari 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html