zondag 5 november 2017

KANNIBALEN


Dat de nood onder de Nederlandse filmmakers hoog is, blijkt uit het feit dat 130 regisseurs een aanvraag hebben gedaan voor een financiële bijdrage bij het zogenaamde DirectorsNL Fonds (een onderdeel van het VEVAM Fonds).

Ze realiseren zich waarschijnlijk niet dat ze hiermee kannibaliseren op de repartitiegelden waar hun mederegisseurs - als aangeslotenen bij de VEVAM -  recht op hebben



De Vevam is een organisatie die auteursrechtelijke vergoedingen onder de aangesloten regisseurs moet verdelen.
Van het geld dat er bij de Vevam binnenkomt gaat een deel af als administratiekosten en 5% gaat naar het zogenaamde VEVAM Fonds
Zo’n fonds zien we bij meer beheersorganisaties en is bedoeld voor het financieel ondersteunen van sociale, culturele en educatieve projecten waarmee de positie van regisseurs in het algemeen versterkt wordt.

De SoCugelden zijn nooit bedoeld om op subjectieve basis bijdragen te verstrekken aan een selectie van de aangesloten regisseurs.

Toch is dat wat het VEVAM fonds sinds 2017 meent te moeten doen en heeft daartoe het DirectorsNL Fonds opgericht. Tweehonderduizend euro wordt verdeeld onder de aanvragers.
Volgens het eerste verslag heeft een niet nader benoemde commissie (waarom wordt er niet vermeld wie er in die commissie zitten?) aan 47 regisseurs in het eerste half jaar van het bestaan van de regeling een bijdrage verstrekt.

De VEVAM lijkt behoorlijk van haar oorspronkelijke doelstelling te zijn afgedwaald en lijkt nu ook nog eens Filmfondsje te willen gaan spelen. Alsof het goed beheren en uitkeren van repartitiegelden niet al genoeg tijd en energie vergt.

Bezwaren tegen de regeling worden weggewuifd met verwijzing naar de reglementen. Maar… dat iets is toegestaan op grond van de reglementen hoeft toch nog niet te betekenen dat je het ook moet doen?

In een toelichting over de besluitvorming – wie wel en wie niet een bijdrage krijgt - staat ook nog eens dat de commissie en het bestuur geen verantwoording over de keuzes hoeft af te leggen. Machtsmisbruik en vriendjespolitiek liggen op de loer.

Wie de uitverkoren regisseurs zijn staat niet ook vermeld in het eerste verslag over de nieuwe regeling. Ik had wel graag willen weten wie er met een deel van mijn auteursrechtelijke vergoedingen vandoor is gegaan.

Maar ik zal ze niks kwalijk nemen - mijn mederegisseurs – behalve misschien dat ze wat naïef geweest zijn.
De Nederlandse film is in het Andes gebergte neergestort en het was een kwestie van tijd voordat we de tanden in elkaar zetten.

De VEVAM daarentegen moet snel ophouden met deze rare hobby en zich op zijn oorspronkelijke taak richten.

De weg naar een gezonder filmklimaat en een betere positie voor makers is een lastige en het is heel begrijpelijk dat er af en toe een verkeerde afslag wordt genomen. Maar met een beetje moeite krijgen we het vliegtuig weer in de lucht.

zaterdag 21 oktober 2017

EEN JAAR ZONDER (NEDERLANDSE) POPCORN



Met het aanstaande Amsterdamned Filmfestival voor de deur, is het misschien een mooie gelegenheid voor wat bespiegelingen over de Nederlandse film en met name de genrefilm.



Een jaar geleden voorspelde ik dat Prooi voorlopig de laatste Nederlandse popcornmovie zou zijn. Dat was naar aanleiding van de tegenvallende bezoekersinteresse en het, als gevolg daarvan, verslechterende financieringsklimaat voor – in het bijzonder - genrefilms.



Helaas heb ik gelijk gekregen. Wat we aan Nederlandse films het afgelopen jaar in de bioscoop te zien kregen waren voornamelijk romcoms, kinderfilms, boekverfilmingen en wat low budget dramafilms.

De reden is simpel, die zijn goedkoop te maken. De meeste budgetten voor die films liggen tussen de één en twee miljoen euro. En dat is nog wel bij elkaar te sprokkelen.

De films met hogere budgetten zijn films die het geluk hadden als Telescoopfilm te worden bestempeld. Of het zijn de films, zoals Brimstone (ook een Telescoopfilm trouwens), die via een lang en lastig internationaal financieringstraject hun budget bij elkaar hebben gekregen.



Een Nederlandse genrefilm heb ik het afgelopen jaar niet gemaakt zien worden. En ook de toekomst lijkt somber. Afgaande op de subsidies die het Nederlands Filmfonds verstrekt zie ik behalve Redbad (Telescoopfilm), die je met een beetje goede wil een popcornmovie zou kunnen noemen, niets in de maak.



Om dicht bij huis te blijven. Mijn script van Para, een grote actiefilm, is zes jaar geleden door het filmfonds afgewezen. Dat is jammer, want in die zes jaar was het me misschien wel gelukt de 5 miljoen euro die de film nodig had, bij elkaar te krijgen. Nu is dat zo goed als uitgesloten.



Gratis films

Helaas zijn we voor financiering nog steeds afhankelijk van het Filmfonds.

Af en toe duiken in de media berichten op dat een nieuw financieringstraject zonder het fonds mogelijk zou zijn. Dan worden er voorbeelden genoemd van films – zoals Misfit – die voor een paar ton gemaakt zouden zijn. ‘Zie je wel’, is dan de optimistische conclusie, je kan voor weinig geld films maken.



Natuurlijk kan je voor weinig geld films maken. Weinig draaidagen, kleine crew, en vooral iedereen weinig of niets betalen.

Zo kan je ook gratis een krant maken. Vragen of de journalisten gratis hun stukjes willen schrijven en de drukker voor niks wil drukken. ‘Zie je wel’, een krant hoeft helemaal niet zo duur te zijn.



Het vervelende van dit soort in de media geventileerde opvattingen is, dat – zo bleek al in het verleden – de politiek hier gretig op inspringt, en weer een argument heeft om te beknibbelen op filmsubsidies.



Dus even voor de duidelijkheid: een speelfilm waarin iedereen normaal betaald wordt en die een minimale technische en artistieke kwaliteit heeft (dus bijvoorbeeld niet opgenomen met een iPhone en geacteerd door leden van toneelclub ‘Jan Klaassen & Katrijn’) kost gewoon minimaal 1 miljoen.

En een genrefilm, met zijn visuele effecten en stunts, zit al gauw ruim boven de 2-3 miljoen.

(voor degenen die een wat uitgebreidere uitleg willen hebben, raad ik mijn boek ‘Buurman, wat doet u nu?’ aan)



Tax Incentive

Zonder Filmfonds is dat budget niet bij elkaar te krijgen. Maar met het Filmfonds ook niet, want het Filmfonds geeft niet meer dan 50% van het budget. Die andere 50% moet uit de markt (distributeur, televisie) komen. En anderhalf miljoen financieren via marktpartijen is op dit moment onmogelijk. Voor privé investeerders is het investeren in film uiterst onaantrekkelijk.



De tax incentive helpt hierbij niet, want die valt in de 50% overheidssteun.

Er had natuurlijk -  naar Belgisch voorbeeld – een tax shelter moeten komen. Die valt immers in het marktdeel.

Toen de steunmaatregel een paar jaar geleden in ontwikkeling was, heb ik daarvoor gepleit, maar Doreen Boonekamp (directeur Filmfonds) en politici als Vera Bergkamp, - die betrokken waren bij het opzetten van de regeling - dachten destijds dat de Belgische taxshelter ook als overheidssteun te bestempelen was. Het lijkt er dus op dat op verkeerde gronden voor de tax incentive regeling is gekozen.



Gevolg

Het gevolg van deze keuze is dat – om het budget rond te krijgen – Nederlandse filmers in België het geluid zitten af te werken en de Belgen hier in Nederland.  We passeren elkaar bij Breda.

En intussen halen buitenlandse filmproducties het geld – miljoenen - van de Tax Incentive op. (hoeven ze in tegenstelling tot Nederlandse producenten ook nog eens niet terug te betalen)



Oplossing

Hoe zorgen we ervoor dat er weer popcornmovies gemaakt kunnen gaan worden? En niet alleen popcornmovies maar ook de andere wat duurdere films. Is er een oplossing? Natuurlijk. De belangrijkste maatregelen zouden zijn:

1.     Heffing aan de bron bij de bioscoopexploitanten (die verdienen het meest in de exploitatieketen) 

2.     Verhoging van de staatsteun naar 70% (hoogte staatsteun is geen Europees beleid, dat mag het Nederlands Filmfonds gewoon zelf beslissen.)

3.     Maak investeren in film aantrekkelijker.



Simpel toch. Heb ik al jaren geleden gezegd. Maar wie luistert er nou naar mij?
















dinsdag 6 juni 2017

WAT VERDIENT DE REGISSEUR?

Nu de discussie over recoupment en salarissen weer oplaait, is het misschien verhelderend om eens te kijken wat ik daar in mijn boek 'Buurman, wat doet u nu?' over geschreven heb.

WAT VERDIENT DE REGISSEUR? 

Volgens de richtlijnen van de FERA (de vereniging van Europese filmregisseurs) mag een regisseur minimaal 3% tot 5% en maximaal 10% van het (bruto) budget verdienen. Ook in Amerika is dit het gebruikelijke percentage.
Een tijdje geleden vond het Filmfonds dat een regisseur niet meer dan €90.000 mocht verdienen.
Waar dat getal op gebaseerd was, weet ik niet, en waarom het Filmfonds alleen de salarissen van regisseurs (ook scenarioschrijvers) aan banden wilde leggen was ook onduidelijk. Want waarom dan ook niet de salarissen van cameramensen, art directors of editors?
Inmiddels is de €90.000 grens verdwenen, maar nog steeds bemoeit het Filmfonds zich met de hoogte van salarissen.
Salarissen ontstaan door marktwerking en de verantwoordelijkheid over de hoogte daarvan ligt bij de producent. Daar heeft het Filmfonds niets mee te maken.
Het is raadselachtig waarom het Filmfonds de internationale normen niet onderschrijft.
Heeft het fonds een punt? Krijgen regisseurs in verhouding tot andere crewleden teveel betaald?
Om dat te bepalen moeten we weten hoeveel werk een regisseur verricht.
Laten we eens een rekensommetje maken.



Totaal komt dat dus neer op zo’n 295 dagen. Daarbij is er geen rekening mee gehouden dat sommige werkuren in een overwerkregeling zouden moeten vallen. Na een achturige werkdag is het bijvoorbeeld gebruikelijk dat de eerste twee overuren 150% van het uurloon zijn en de volgende 200%. Als een regisseur, voor een film met een budget van 3 miljoen, €150.000 voor zijn werkzaamheden heeft ontvangen, komt dat dus neer op €508 (bruto) per dag. 

Dat is minder dan de cameraman die al gauw €1000 per dag ontvangt. Daarbij komt nog dat een regisseur niet meer dan één film in de twee à drie jaar maakt, en dan moet je nog een succesvolle regisseur zijn ook. 
Een regisseur werkt meestal een jaar aan de film (vaak langer) en dan is een bruto jaarsalaris van 150.000 niet erg veel. Regisseurs zijn meestal zzp’ers die van dat bedrag hun pensioen moeten opbouwen, moeten investeren in nieuwe projecten en de tijd dat ze niet werken moeten kunnen overbruggen. Als de regisseur evenveel zou verdienen als een cameraman, dan zou hij in dit voorbeeld dus €295.000 moeten krijgen.
Volgens de (inmiddels achterhaalde) normen van het fonds zou het €90.000 gedeeld door 295 is: €305 per dag moeten zijn. Dat is minder dan de €400 die zijn assistent, de 1st AD, gemiddeld krijgt. 
Je kan stellen dat mensen in de filmbranche in ieder geval meer verdienen dan het minimumloon (€ 70,37 per dag), en dat ze dus best tevreden mogen zijn.

MEEDELEN IN DE WINST

Het is gebruikelijk dat scenarioschrijvers en regisseurs, en soms ook hoofdrolspelers, een winstaandeel met de producent afspreken. Mocht de film dus echt winst gaan maken, iets dat heel weinig voorkomt bij de Nederlandse film, dan delen zij daarin mee. Tien procent is voor scenarioschrijvers en regisseurs een gebruikelijk percentage.

Je kan ook in je contract opnemen dat je een bedrag krijgt bij het behalen van een bepaald bezoekersaantal. Dat is vaak duidelijker; want je wil eigenlijk niet later de hele administratie van de producent doorploegen, ook al heb je daar recht op.

DEFERMENT

Je kan ook een deel van je salaris deferen. Dat wil zeggen dat je een deel van je salaris pas krijgt als de distributeur zijn investering terug heeft. Eigenlijk is dat dus een risicovolle investering want het is heel goed mogelijk dat je niks van die investering terugziet. 
Een deferment is vaak gunstiger dan een winstaandeel. Want het deferment krijg je nadat de distributeur zijn P&A en MG heeft terugverdiend. 
Je krijgt je geld in de zogenaamde 3e positie. In die positie recoupen alle investeerders van de film. In de 4e positie krijgt het Filmfonds zijn geld terug. En pas daarna komt de producent weer aan de beurt. 
Let dus goed op wat je doet want: 

Een deferment krijg je soms terug, maar een winstaandeel zit er vrijwel nooit in.


bron: 'Buurman, wat doet u nu?'