donderdag 29 november 2018

Figurant

Wat velen niet weten, maar ik des te beter, is dat ik ook nog eens figurant ben geweest in mijn jonge jaren. 
Zo was ik ooit de enige voorbijfietsende figurant tijdens een live-uitzending vanuit Amsterdam tijdens de Oscars, toen Diana Ross midden in de nacht Theme from Mahogany moest playbacken.
Dat dat optreden me zonder kleerscheuren afging, mag opmerkelijk worden genoemd, want de geleende damesfiets waarop ik reed, was niet al te solide en een door een gebroken ketting veroorzaakte valpartij op een steile brug tijdens een live-uitzending bij de Academy Awards zou ongetwijfeld het einde hebben betekend van mijn Oscarkansen.
Gelukkig had ik als figurant al ervaring opgedaan bij een curieuze Franse film, die geheel in Amsterdam werd opgenomen: Barocco.
De hoofdrollen werden vertolkt door Isabelle Adjani en Gérard Depardieu en een kans om samen met die beroemde acteurs in een film vereeuwigd te worden, kon ik me natuurlijk niet laten ontgaan. En zo stond ik enkele dagen later samen met een vriend op een guur winderig spoorwegemplacement.
De regisseur riep op de raarste momenten ‘moteur’ - dat is Frans voor ‘camera’, oftewel de cameraman moet dan de camera aanzetten - maar meestal was niemand dan nog klaar voor de opnamen, zeker de cameraman niet en ook de acteurs waren in geen velden of wegen te bekennen.
De regisseur was ziek en had hoge koorts, dat was duidelijk te zien, maar dan moet je ook maar niet van die krachtige windmachines neerzetten, leek me. Maar goed, dat was vanwege de gemoedstoestand van het personage dat Isabelle Adjani vertolkte, begreep ik later. Die was in de war, dus het weer ook. Barocco was een artistieke film, dat was wel duidelijk. En daar moest je verre van blijven, besloot ik, want daar kon je doodziek van worden.
En met acteurs mocht je je ook niet bemoeien. Dat had Hans Kemna, die de figuratie deed, ons op het hart gedrukt.
Maar een van de andere hoofdrolspelers, Jean-Claude Brialy, begon zich met mijn vriend - het moet gezegd, een knappe verschijning - te bemoeien. Na afloop van de opnamen van een scène op het kantoor van een krantenredactie, waarbij ik steeds verder van de camera en mijn vriend steeds duidelijker in beeld werd geplaatst, nodigde Jean-Claude mijn vriend uit op zijn hotelkamer. Op zijn verzoek heb ik hem daarbij vergezeld, want je ontmoet niet elke dag een beroemde Franse acteur en een diepgravend gesprek over de Franse filmcultuur was ook nooit weg.
Het was heel gezellig, totdat Jean-Claude zijn armen om ons heensloeg en ons toevertrouwde dat hij als laatbloeier op zijn veertigste de herenliefde had ontdekt. Wij waren nog lang geen veertig, hebben hem dan ook vriendelijk bedankt en zijn ijlings vertrokken.
Voor figurant was ik niet in de wieg gelegd. Dat begreep ik dan ook wel weer.


= = = =


 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 28 november 2018


Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html






donderdag 15 november 2018

Pathétisch

Jeetje, als ik geweten had dat het zo makkelijk was, dan had ik zelf ook een mailtje naar Pathé gestuurd. Of ze even 5 miljoen voor m’n nieuwe film wilden overmaken.
Al jaren wordt er gepraat over heffing aan de bron, maar de criminelen die het bioscoopconcern 19 miljoen afhandig wisten te maken met valse emails, hadden wel een erg makkelijke shortcut gevonden.
Dat er zo eenvoudig zo’n enorm bedrag vanuit de rekening courant naar Dubai kon worden overgemaakt, zegt wel iets over de riante geldstromen die in het concern rondgaan.

Dat bioscoopexploitanten en distributeurs het meeste verdienen in de exploitatieketen is inmiddels algemeen bekend. Maar ja, die zitten dan ook op hoge kosten. Er moeten nieuwe zalen uit de grond gestampt worden, plaatselijke overheden worden omgekocht en de Rolls-Royces en Maybachs in de hobbywerkplaats zijn hard toe aan een nieuwe opknapbeurt.
Producenten en makers zien weinig terug van de opbrengsten aan de kassa, zelfs niet als hun film een groot succes is. Hen rest niet anders dan weer aan te kloppen bij het Filmfonds. Een instituut dat jaarlijks 3.4 miljoen euro kost en dat inmiddels meer dan dertig mensen in vaste dienst heeft om aanvragen en bezwaarprocedures af te handelen.
Dat het verdelen van subsidie heeft geleid tot een instituut met een bureaucratisch waterhoofd is jammer, misschien zelfs wel zorgelijk.

Wat het effect is van subsidie op de Nederlandse filmindustrie, werd onlangs in opdracht van het Filmfonds onderzocht door het Britse onderzoeksbureau Olsberg SPI.
De semi-automatische incentive-regeling - een van de belangrijkste vormen van subsidie - die in 2014 door het Filmfonds in leven is geroepen om de productieactiviteit in Nederland te stimuleren, was nodig toe aan een evaluatie. Is de filmsector er blij mee? En waarom dan wel of niet?
Dat het instituut van Jonathan Olsberg - een oude kennis van Filmfondsdirecteur Doreen Boonekamp - in het verleden gesponsord is door het Filmfonds, mag een objectieve, onafhankelijke evaluatie natuurlijk niet in de weg staan.
Dat de conclusies in het rapport niet al te jubelend zijn en dat het Filmfonds zichtbare moeite heeft de effecten positief uit te leggen, is des te opmerkelijker omdat degenen die door de onderzoekers werden geraadpleegd, voornamelijk bestonden uit producenten en bedrijven die van de incentive-regeling gebruik hadden gemaakt.
De producenten die niet voor de regeling in aanmerking kwamen - het Filmfonds heeft daar strenge regels voor - werd niks gevraagd.
Het is een beetje als de prijswinnaars van de Postcodeloterij vragen of ze blij zijn met de Postcodeloterij.

Als blijkt dat de mails naar Pathé afkomstig waren van buitengesloten producenten, dan is dat ook weer te begrijpen. En wat mij betreft voor herhaling vatbaar.


= = = =


 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 14 november 2018


Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html



donderdag 1 november 2018

Goede seks

Een van de eerste keren dat ik een blote scène in een script schreef was in een script voor een tv-spel  genaamd Comeback, een tv-spel onder regie van Hank Onrust voor de TROS. Cox Habbema moest bloot onder de douche vandaan komen. Of dat belangrijk was voor de scène zou ik niet meer weten, maar Cox zag er bloot goed uit, dus mijn wedervraag luidt: waarom niet?
De studio in Hilversum was op dat moment voor de duur van de scène de best bewaakte studio van Nederland, want alle brandwachten en beveiligers waren ruim bijtijds voor de opnamen in de studio aanwezig. Ik weet zeker dat dat Cox een heel veilig gevoel gaf.

Minder goed bewaakt was een korte film, Idylle, die ik een jaar later voor de VPRO in de Bijlmer opnam. Geld voor beveiligers was er natuurlijk niet en de nachtelijke opnamen in parkeergarages werden gemaakt met gevaar voor eigen leven.
De seksscène lukte wonderwel zonder security, maar de investering in een condoom - en een mannelijke hoofdrolspeler met een kleiner libido - zou de veiligheid ongetwijfeld geholpen hebben en in elk geval kledingkosten hebben uitgespaard, want nu moesten we de van de Society Shop geleende broek aanschaffen omdat er vlekken op zaten. En we hadden al zo’n krap budget.
Het filmpje - waarin een man en een vrouw een verkrachting naspelen - leidde na uitzending tot de nodige controverse. In een radioprogramma van Felix Meurders moest ik me verdedigen tegen een of andere vrouwenclub en Freek de Jonge belde me op met de vraag of ‘dat filmpje niet een vergissing was’. Beiden hadden het filmpje kennelijk niet begrepen.

De seksscène in Flodder waarin Tatjana met haar broer in bed ligt, bracht heel andere problemen met zich mee. Tatjana had vlak voor de opnamen gevraagd of er niet een doekje tussen de intieme delen van haar en René kon worden gelegd.
Een handdoek zou te opvallend zijn dus werd er besloten een stuk uit het beddenlaken te knippen. Dat had dezelfde kleur en zou minder opvallen.
In de scène worden de beide Kezen gestoord in hun vrijerij door Ma Flodder. Volgens het script moest Zoon Kees vervolgens soepel uit bed springen en naakt naar zijn eigen kamer rennen.
Het uit bed springen ging minder soepel dan gepland omdat René met zijn voet in het gat van het laken bleef vastzitten. In de film zie je hem bijna struikelen.
Pas na de opname van het shot, én nadat ik René had uitgefoeterd omdat hij zo onhandig uit het bed was gesprongen en daardoor bijna de opname had verpest, begreep ik wat er aan de hand was geweest.

Goede seks in film vergt, net als seks in het echte leven, veel oefening. Maar ook veel voorbereiding.
Betaalzender HBO heeft onlangs een intimacy coordinator in het leven geroepen, iemand die de acteurs op de set bijstaat tijdens seksscènes. Dat lijkt me ook in Nederland geen overbodige luxe.



= = = =


 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 31 oktober 2018


Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html