donderdag 3 mei 2018

Mister Lul M’n Reet

‘What’s your name?’
‘Huub Stapel.’
‘Say it again?’
‘Huub Sta-pel.’
‘Staple? Never mind, we’ll change that.’

Huub en ik waren naar Cannes gekomen met een in allerijl ondertitelde kopie van De Lift.
De Amerikaanse producent Herman Cohen - bekend van I was a Teenage Werewolf - voorspelde Huub, na het zien van de film, een grote toekomst in Amerika, maar hij moest wel iets aan zijn naam doen. Die raad heeft Huub nooit opgevolgd. Over mijn naam hoorde ik hem niet. En van Herman Cohen hebben we verder ook niets gehoord.

De belangstelling voor De Lift was groot en toen de film dat weekend alle records in Nederland verbrak, werden er op de Marché in Cannes extra voorstellingen ingelast en ontstond er een bidding-war voor de wereldrechten die uiteindelijk door Warner Brothers gewonnen werd.
Het was ook meteen mijn laatste keer in Cannes.
Ik heb nooit begrepen wat de aantrekkingskracht van het festival was. In de tijd dat de Franse film nog wat voorstelde kon het zich nog enig prestige aanmeten, maar meer dan een jaarlijkse markt en ontmoetingsplaats om wat te netwerken en een welkom excuus voor buitenlandse filmmakers, sterren en aanverwanten om in het zonnetje te worden gezet is het tegenwoordig niet meer.
En mocht je film onverhoopt uitverkoren worden door de tamelijk chauvinistische organisatie voor een van de hoofd- of bijprogramma’s dan is het nog de vraag of je daar blij mee moet zijn.  Zelfs als Gouden Palm winnaar heb je geen zekerheid dat je naam goed geschreven wordt of zelfs langer dan voor de duur van het festival onthouden wordt.

Dat Amerikanen moeite hadden met mijn naam heb ik regelmatig gemerkt.
Sommigen stonden er op mij Richard te noemen. Ze keken dan altijd wat besmuikt als ik ze erop wees dat mijn naam Dick was, en dus graag zo genoemd wilde worden.
Mijn achternaam was ook vaak een dingetje. Die werd geregeld geschreven als Mass. Maar ja, dat krijg je met Amerikanen die denken dat ik een regisseur uit Denemarken ben.
Menigeen dacht dat mijn naam een pseudoniem was van een porno regisseur.
Dat mijn film Down in Amerika onder de titel The Shaft werd uitgebracht, hielp natuurlijk ook niet echt.
Het probleem met mijn voornaam begreep ik wel, maar dat mijn achternaam bepaalde liederlijke associaties opriep, daar kwam ik pas jaren later achter.
Inderdaad is Dick in Amerika een ander woord voor lul. En Maas kan een verbastering zijn van My Ass. Dus met een beetje slechte wil kan je mijn naam lezen als Lul m’n Reet.

En met zo’n naam kom je natuurlijk nooit in het hoofdprogramma van Cannes.

= = = =

 

 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 2 mei 2018
onder de titel 'Moeilijke naam'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten