donderdag 10 januari 2019

De truc met de extra gulden

Dat er met het schrijven van scripts geld te verdienen is, merkte ik voor het eerst toen ik na mijn studie op de Filmacademie benaderd werd door Haig Balian en Chris Brouwer. Die hadden toen als producenten een samenwerkingsverband met Pieter Goedings, distributeur van artfilms en exploitant van The Movies, het arthousebioscoopje op de Haarlemmerdijk in Amsterdam.
Hoe de constructie precies in elkaar zat weet ik niet meer, maar de vraag was of ik samen met Pieter een script wilde schrijven. Pieter had namelijk allerlei ideeën voor een lange speelfilm, en ik moest die stroomlijnen tot een bruikbaar filmscript. Ik ontving daar dan honderd gulden per pagina voor. Waar het verhaal precies over ging is me ontschoten, maar het was iets met een paar meiden die in Frankrijk op vakantie gingen en er moest veel seks in, want dat vond Pieter leuk, en ik ook, dus het was een aangename opdracht.
Pieter boerde goed met zijn kleine bioscoopje. Hij zat vaak zelf achter een tafeltje in de hal de kaartjes te verkopen en hij had een eenvoudige doch geniale truc bedacht. Op elk bioscoopkaartje had hij met viltstift het door de bioscoopbond voorgeschreven bedrag met een gulden verhoogd. Die gulden stak hij vervolgens in zijn zak en vanuit de aldus ontstane berg zwart geld werden arme scenarioschrijvers zoals ik betaald.
Waarom het script nooit is afgemaakt, weet ik niet meer. Het was lastig om enige samenhang in de brei van ideeën van Pieter te krijgen, en na een pagina of twintig werd het wel duidelijk dat het script nooit tot een film zou leiden.
Verdiende ik met het script voor Pieter tenminste nog geld, het komt veel vaker voor dat er helemaal niets wordt verdiend. Van scenarioschrijvers wordt vaak verwacht dat ze veel onbetaalde tijd steken in het uitwerken van ideeën, het schrijven van treatments, of het ontwikkelen van voorstellen voor allerlei prijsvragen. En dan is het altijd afwachten of een van die projecten ooit het witte doek haalt.
Ik heb zelf tientallen scripts op de plank liggen die allemaal om een of andere reden niet zijn doorgegaan.
Is dat jammer? Soms wel. Een afgebroken project met Adje - destijds de sidekick van Paul de Leeuw -  had een aantal van de grappigste scènes die ik ooit heb geschreven.
Een thriller over een chirurg die zijn seriemoordende tweelingbroer op het spoor komt, was dermate morbide dat de Kijkwijzer waarschijnlijk een speciale categorie in het leven had moeten roepen.
Een grote spectaculaire actiefilm over een kapster die een dubbelleven leidt als geheim agent, vind ik zelf een van de beste dingen die ik ooit heb geschreven.
De redenen waarom projecten niet doorgaan zijn vaak onduidelijk, duister, onbegrijpelijk en vrijwel altijd jammer.
Maar hé, het is 2019. Een nieuw jaar met nieuwe voornemens. En jezelf ongegeneerd promoten hoort daar ook bij.
Het wordt een spannend filmjaar. Dat voel ik gewoon. Filmliefhebbers met zwart geld kunnen zich bij mij melden.


= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 9 januari 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten