donderdag 19 september 2019

INT. AMBTSWONING - DAG

Regisseur: “Sorry mevrouw de burgemeester, maar niet in de loop kijken. Dat is gevaarlijk.”
Burgemeester: “Maar het is toch een neppistool?”
Regisseur: “Een onklaar gemaakt echt pistool. Moet je nooit honderd procent vertrouwen. Daar wil het weleens mis mee gaan. Ik heb dingen meegemaakt…”
Echtgenoot (kijkt verbaasd op van zijn script): “Dat pistool. Waar heb je dat gevonden? Ik dacht dat ik het goed verstopt had.”
Burgemeester: “Lag in de ijskast.”
Echtgenoot: “Wat deed je in de ijskast?”
Regisseur: “Sorry, maar kunnen we doorgaan? We mogen nog een uurtje in deze ambtswoning draaien, anders moeten we het dubbele tarief betalen.”
Burgemeester: “Met wie heb je zo’n slechte afspraak gemaakt?”
Regisseur: “Met uw man.”
Burgemeester: “Mijn man?”
Regisseur: “Uw echtgenoot.”
Burgemeester: “Oh ja.”
Echtgenoot: “Wat is eigenlijk mijn rol? In deze film bedoel ik.”
Regisseur: “U bent de echtgenoot van de burgemeester. U houdt van haar.”
Echtgenoot: “Van de burgemeester?”
Regisseur: “Ja, uw vrouw.”
Echtgenoot: “Oh ja, duidelijk.”
Regisseur (leest in script): “Laten we beginnen met de eerste scène: mevrouw de burgemeester komt verschrikt binnen en zegt tegen haar echtgenoot…”
Burgemeester: “Tja, die tekst. Moet ik dat echt zo zeggen. Inbraak klinkt zo naar…”
Regisseur: “Zeg dan maar dat ze aan het klieren waren. En maak van dat vuurwapen maar ‘nepwapen’.”
Burgemeester: “Dan schrap ik ook meteen die ‘doofpot’. Vind ik ook zo’n naar woord.”
Regisseur (verzuchtend): “Ook goed. U loopt dus naar uw man.”
Burgemeester: “Mijn man?”
Regisseur: “Uw echtgenoot.”
Burgemeester: “Oh ja.”
Echtgenoot: “Maar ik ben er toch helemaal niet? Ik zit toch nog in Siberië? Ik kom pas over drie weken naar huis.”
Burgemeester: “Ja, hij wou gewoon zijn eigen ding doen in Siberië.”
Regisseur: “Tja, dat is nou eenmaal film. We moeten het een beetje indikken, anders wordt het ongeloofwaardig. Heeft met dramatische structuur te maken. Niemand die gelooft dat je niet onmiddellijk naar huis zou komen om je vrouw te steunen.”
Echtgenoot: “Mijn vrouw?”
Regisseur: “De burgemeester.”
Echtgenoot: “Oh ja, natuurlijk.”
Burgemeester: “Even tussendoor. Moeten we die scene met die domme puber vandaag ook nog opnemen?”
Regisseur: “Domme puber?”
Burgemeester: “Mijn zoon.”
Regisseur: “Als het even kan wel.”
Echtgenoot: “Zit die gast niet nog in de gevangenis?”
Burgemeester: “Ik heb zo nog een raadsvergadering.”
Echtgenoot: “Ik heb zo nog een interview.”
Burgemeester: “Een interview? Waarover?”
Echtgenoot: “Over ons. Wat er gebeurd is.”
Burgemeester: “Zou je dat wel doen? Het gaat hier tenslotte om een privékwestie.”
Echtgenoot: “Het wordt tijd dat iemand eens duidelijk uitlegt hoe de vork echt in de steel zit.”
Burgemeester: “Maar, hoe zit die vork dan in de steel? Dat zou ik nou ook weleens willen weten.”
Productieassistent (komt hijgend binnen): “Van wie is die auto op die invalidenplek?”
Regisseur: “Oei…”

  = = = = =
deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 18 september 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html