donderdag 24 januari 2019

De rode loper

Waren filmpremières vroeger gezellige bijeenkomsten met crew, cast, vrienden, wat notabelen en geldschieters, allengs kwam daar de klad in.
Bestegen we eerst nog ongedwongen de trappen van Tuschinski - de bioscoop waar alle belangrijke premières plaatsvonden - op een gegeven moment verscheen daar opeens een lange rode loper en begon het ‘Hollywoodje spelen’.
In de jaren negentig deed het fenomeen ‘Bekende Nederlander’ zijn intrede en moesten er plotseling plaatsen worden gereserveerd voor mensen die niets met het tot stand komen van de film te maken hadden en die mij ook vaak totaal onbekend voorkwamen.
Maar, zo werd me verzekerd, ze zijn belangrijk voor de publiciteit. Zonder Bekende Nederlanders op de rode loper laten fotografen, televisieploegen en andere pers het afweten.
Ook was het de bedoeling dat alle mannelijke gasten voortaan in een smoking kwamen opdraven en dat de dames een mooie avondjurk droegen, want dat deden ze in Hollywood immers ook.
Ik heb me in mijn leven ooit één keer laten verleiden tot het aantrekken van een smoking. Dat was toen ik in de jury zat van de Nederlandse Filmdagen - zo heette het Utrechtse Film Festival destijds - en toen kon ik er niet onderuit, want al mijn mannelijke medejuryleden hadden wel met het apenpakje ingestemd.
Ik heb überhaupt nooit begrepen waarom mannen in het dagelijkse leven een pak aantrekken en een strop om hun nek strikken, en ik ben er daarom ook trots op dat alle premières van mijn films zonder de verplichte black tie-dresscode hebben plaatsgevonden.
Dat laatste was soms niet eenvoudig, want Tuschinski had op een gegeven moment de eis gesteld dat alle premières in het theater verplicht black tie moesten zijn. Dat heeft ooit bijna tot een handgemeen geleid met een overijverige bioscoopmedewerker die mij op de première van een bevriende regisseuse waar ik verscheen in mijn normale tenue de ville, ongevraagd van een vlinderdasje meende te moeten voorzien.
Voor mijn eigen premières ben ik toen maar uitgeweken naar het Circustheater in Den Haag en de Stopera. Beide prima plekken voor een filmpremière en vooral aan de première van Sint in de Stopera bewaar ik goede herinneringen.
Dat we voor Prooi weer  in Tuschinski terechtkwamen, had te maken met het versoepelde black tie-beleid en het feit dat de tram - speciaal ingehuurd om de crew en cast te vervoeren - voor de deur van het theater kon stoppen.
Bij de Stopera lag de halte een stuk verder weg. Zou wel een mooie lange rode loper hebben opgeleverd.




= = = =



 deze column verscheen ook in Het Parool van woensdag 23 januari 2019

Meer interessante informatie over het wel en wee van de Nederlandse film lezen? 
Meer anekdotes en tips en trucs over het maken van film in Nederland?
Lees het in:
'Buurman, wat doet u nu?'
Het onmisbare boek voor iedereen die van film houdt.
Hier verkrijgbaar:  
https://parachute.vrijeboeken.com/book/9789082070422-buurman-wat-doet-u-nu.html